In El Salvador is het Centrum voor Terrorisme Opsluiting, bekend als CECOT, het epicentrum van massale opsluiting geworden. Sinds de opening in 2022 is deze gevangenis ontworpen om tot 40.000 gedetineerden te huisvesten, van wie velen leden zijn van Salvadoriaanse bendes. De leefomstandigheden zijn echter extreem hard, en schendingen van de mensenrechten zijn door verschillende organisaties aan de kaak gesteld.
De recente geschiedenis van El Salvador wordt gekenmerkt door een constante strijd tegen criminaliteit. Met een bevolking van 6 miljoen heeft het land te maken gehad met enkele van de hoogste criminaliteitscijfers in Latijns-Amerika. President Nayib Bukele, die in 2019 aantrad, beloofde de corruptie en het geweld te bestrijden. Sinds maart 2022 heeft zijn regering een campagne voor massale arrestaties uitgevoerd, wat resulteerde in de arrestatie van meer dan 70.000 mensen in korte tijd.
Leefomstandigheden in het CECOT
De architectuur van het CECOT is indrukwekkend en angstaanjagend tegelijk. Met acht paviljoens verspreid over 165 hectare, is elk paar ervan beschermd door muren van tot 9 meter hoog en een elektrische omheining die garandeert dat niets of niemand kan ontsnappen. Bezoeken zijn verboden, en het contact met de buitenwereld is praktisch niet-existent, aangezien de telefoonservice wordt geblokkeerd binnen een straal van twee kilometer.
Het dagelijks leven van de gedetineerden is somber. Ieder heeft recht op slechts een halve vierkante meter persoonlijke ruimte in cellen die tussen de 80 en 150 mensen herbergen. Er zijn geen ramen, en de gedetineerden hebben geen tijd buiten, behalve voor een korte uur oefening per week. De hygiënische omstandigheden zijn precair; drinkwater wordt gedeeld tussen de gedetineerden, en de cellen zijn uitgerust met een paar toiletten en een ruimte voor de badkamer, maar zonder stromend water.
Verslagen geven aan dat de omstandigheden dodelijk kunnen zijn: er zijn sterfgevallen door ondervoeding en gebrek aan medische zorg gedocumenteerd. De controle tactieken zijn bruut; de straffen voor wangedrag omvatten voedselonthouding en isolatie in cellen zonder licht. Bovendien zijn er gevallen van fysieke geweld door het gevangenispersoneel gerapporteerd.
In deze context herbergt het CECOT niet alleen Salvadoranen, maar is het ook een bestemming geworden voor gedeporteerde immigranten, zoals de 250 Venezolanen die onder de administratie van Donald Trump arriveerden, waarbij oude wetten werden ingeroepen die de detentie van buitenlanders in tijden van oorlog toestaan. De situatie roept ernstige vragen op over het migratiebeleid en de mensenrechten in de regio.
Terwijl de discussie over de impact van deze beleidsmaatregelen op de Salvadoriaanse samenleving voortduurt, vertegenwoordigt het CECOT een extreem model van opsluiting dat de spanningen tussen openbare veiligheid en mensenrechten blootlegt.