Piercings hebben een lange weg afgelegd sinds hun begin, en wat velen beschouwen als een moderne trend heeft wortels die diep in de geschiedenis zijn geworteld. Het oudste bewijs van deze praktijk is te vinden in de beroemde mummie Ötzi, ook wel bekend als de Iceman, die dateert van 5,3 duizend jaar geleden. Ontdekt in 1991 in de Alpen, biedt deze mummie ons niet alleen een kijkje in het leven van onze voorouders, maar onthult ook dat het gebruik van piercings destijds gebruikelijk was.
Ötzi, die ongeveer 1,60 m lang was, had zijn oorlellen doorboord met een diameter die varieerde tussen 7 en 10 mm. Deze praktijk suggereert dat het gebruik van versieringen op het lichaam niet slechts een whim was, maar een integraal onderdeel van de cultuur van zijn tijd. In tegenstelling tot de Egyptische mummies, die opzettelijk werden gebalsemd voor het hiernamaals, werd Ötzi vermoord en werd zijn lichaam op natuurlijke wijze geconserveerd dankzij de lage temperaturen van zijn omgeving.
Verder dan Ötzi
Hoewel Ötzi het bekendste voorbeeld is, wordt aangenomen dat het gebruik van piercings zelfs nog ouder kan zijn. Wetenschappers hebben slijtagepatronen gevonden in de tanden en kaken van populaties die 29 duizend jaar geleden in de Pavlov-heuvels in Centraal-Europa leefden. Dit suggereert dat deze oude mensen ook versieringen op de lippen of de tong hebben gebruikt, wat een scala aan mogelijkheden opent over de geschiedenis van het versierde lichaam.
Dus de volgende keer dat je iemand met een piercing ziet, herinner je dan dat deze vorm van persoonlijke expressie een rijke en fascinerende geschiedenis heeft die duizenden jaren teruggaat, en de idee uitdaagt dat het een voorbijgaande mode is van de huidige jeugd.