Sociale media zijn een broeinest van informatie, maar niet alles is correct. Een recent onderzoek van de Universiteit van British Columbia heeft aangetoond dat de inhoud op TikTok over Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD) veel jongeren ertoe aanzet om zichzelf verkeerd te diagnosticeren. Volgens de onderzoekers komt bijna de helft van de symptomen die in de populairste video’s worden genoemd, niet overeen met de diagnostische criteria die door gezondheidsprofessionals worden gebruikt.
De wetenschappers analyseerden de 100 meest bekeken video’s over ADHD op TikTok, die samen meer dan 500 miljoen weergaven hebben. De conclusie is alarmerend: veel van de symptomen die worden beschreven, komen niet overeen met wat de aandoening werkelijk definieert. Dit kan leiden tot verwarring en verkeerde zelfdiagnoses onder gebruikers, vooral onder de jongere generatie, die de belangrijkste consumenten van dit soort inhoud zijn.
Een fenomeen van desinformatie
Een van de redenen achter deze desinformatie heeft te maken met de persoonlijke ervaringen van de contentmakers. Velen van hen delen mogelijk kenmerken uit hun eigen leven en presenteren deze als gemeenschappelijk voor alle mensen met ADHD. Dit weerspiegelt echter niet de werkelijkheid, aangezien sommige van die gedragingen normaal kunnen zijn bij mensen zonder de aandoening.
De impact is significant. Volgens de studie, hoe meer inhoud gerelateerd aan ADHD een jongvolwassene consumeert, hoe waarschijnlijker het is dat hij de prevalentie van de aandoening in de bevolking en de intensiteit van de symptomen overschat. Het wordt geschat dat ADHD 5% van de kinderen en adolescenten en 3% van de volwassenen beïnvloedt, maar de sociale perceptie kan vertekend zijn door de hoeveelheid beschikbare verkeerde informatie.
Om dit onderzoek uit te voeren, classificeerden twee experts de waarheidsgetrouwe inhoud van de 100 populairste video’s over ADHD. Vervolgens werden 843 universitaire jongeren geïnterviewd om tien video’s te evalueren: de vijf die door de psychologen als het meest informatief werden beschouwd en de vijf die de meeste desinformatie bevatten. De resultaten toonden aan dat de meest nauwkeurige video’s een gemiddelde score van 3,6 op 5 ontvingen van de specialisten, terwijl de jongeren hen slechts 2,8 sterren gaven. In tegenstelling hiermee kregen de minst informatieve video’s een gemiddelde score van 1,1, met een beoordeling van 2,3 door de jongeren.
Sociale media hebben het potentieel om positief bij te dragen aan de geestelijke gezondheid door waardevolle informatie te verspreiden en bewustzijn te creëren over de noodzaak om professionele hulp te zoeken. Echter, ze kunnen ook verkeerde zelfdiagnoses verspreiden en stigma’s versterken.
Zoals Vasileia Karasavva, de hoofdauteur van de studie, opmerkt: «TikTok kan een krachtige tool zijn om bewustzijn te vergroten en stigma te verminderen, maar het heeft ook een donkere kant». Persoonlijke ervaringen zijn invloedrijk, maar zonder de juiste context kunnen ze leiden tot misverstanden over ADHD en geestelijke gezondheid in het algemeen.