• Español
  • Français
  • Italiano
  • Eesti
  • Deutsch
  • Polski
  • Slovenčina
  • Svenska

Ontdekken dat middeleeuwse boeken gebonden waren met zeehondenleer en niet met hertenleer.

14 april, 2025

Een nieuwe studie onthult dat middeleeuwse luxe boeken waren bekleed met een verrassend materiaal afkomstig van zeehonden die tussen de 12e en 13e eeuw werden gevangen.

In het tijdperk vóór de uitvinding van de drukpers door Gutenberg waren boeken echte juwelen, producten van hardhandig handwerk door de kopiistenmonniken die maanden besteedden aan het creëren van elk werk. Deze teksten werden vervolgens gebonden in leer, een materiaal waarvan werd gedacht dat het voornamelijk van hert of zwijn was. Recent onderzoek heeft echter aangetoond dat dit niet het geval was.

Onderzoekers hebben een DNA-analyse uitgevoerd op 32 oude boeken en ontdekt dat veel van deze boeken waren bedekt met zeehondenhuid, een ontdekking die de wetenschappelijke gemeenschap heeft verrast. Deze huiden, die dateren uit de 12e en 13e eeuw, werden verkregen door Scandinavische handelaren die zeehonden jaagden in de koude wateren van de Noord-Atlantische Oceaan.

Een ongebruikelijke ontdekking in de geschiedenis van boekbinding

Het onderzoek richtte zich op de bibliotheek van de Abdij van Clairvaux in Frankrijk, waar ongeveer 1.450 middeleeuwse boeken van de cisterciënzers worden bewaard. De wetenschappers concentreerden zich op de werken die tussen 1140 en 1275 zijn geproduceerd. Door middel van geavanceerde chemische en genetische technieken bepaalden ze dat de omslagen van deze boeken inderdaad van pinnipedische oorsprong waren, wat soorten zoals zeehonden, walrussen en zeeleeuwen omvat.

In Clairvaux werden 19 van deze boeken geïdentificeerd en nog eens 13 gebonden met zeehondenhuid werden gevonden in abdijen in Frankrijk, Engeland en België. Deze ontdekking suggereert dat het gebruik van zeehondenhuid vrij gebruikelijk was onder katholieke monniken tussen 1150 en 1250.

De onderzoekers identificeerden de zeehondensoorten die werden gebruikt in acht van de geanalyseerde omslagen, en onthulden dat deze dieren uit verschillende regio’s kwamen, waaronder Groenland, Scandinavië, IJsland, Schotland en Denemarken. Naast de handel in huiden, zouden sommige van deze materialen als deel van een tiende aan de Katholieke Kerk kunnen zijn geschonken.

De cisterciënzers, die veel van deze boeken produceerden, hadden specifieke esthetische voorkeuren. Ze waren aangetrokken tot zeehondenhuid vanwege de witte kleur en het luxueuze en discrete uiterlijk. In tegenstelling hiermee gaven de benedictijnen de voorkeur aan donkerdere bindingen. Het is interessant om te bedenken dat, hoewel de monniken deze huiden waardeerden, ze waarschijnlijk niet precies wisten van welk dier ze afkomstig waren, aangezien er in die tijd geen term in het Frans was om naar zeehonden te verwijzen.

Laat de eerste reactie achter