Een team van onderzoekers van de Macquarie Universiteit in Australië heeft een verrassende doorbraak bereikt in het beheer van watervervuiling. Door genetische modificatie van twee diersoorten, de zebravis en de fruitvlieg, hebben deze wetenschappers organismen gecreëerd die in staat zijn om methylkwik, een giftige verontreinigende stof, te verwerken en om te zetten in een minder gevaarlijke vorm.
Methylkwik is een uiterst giftige verbinding die zich ophoopt in aquatische ecosystemen, wat niet alleen de vissen aantast, maar ook de menselijke gezondheid via de voedselketen. Deze stof komt voornamelijk vrij in het milieu door industriële activiteiten zoals de verbranding van steenkool, waardoor rivieren en meren worden vervuild. Naarmate kleinere vissen door grotere worden gegeten, vermenigvuldigt de toxiciteit zich, wat een ernstig risico voor de mens vormt.
Genetische innovatie voor een milieuprobleem
De oplossing die de Australische wetenschappers voorstellen, bestaat uit het invoegen van een segment van het DNA van de bacterie E. coli in het genoom van de gemodificeerde dieren. Deze wijziging stelt de zebravis en de fruitvliegen in staat om twee enzymen te produceren die methylkwik omzetten in elementair kwik, een stof die kan verdampen en daardoor geen significant milieurisico vormt. Volgens Dr. Kate Tepper, een van de auteurs van de studie, wordt het meeste elementaire kwik in gasvorm vrijgegeven, waardoor het in de atmosfeer wordt verdund en de toxiciteit wordt geminimaliseerd.
Hoewel deze studie, gepubliceerd in Nature Communications, zich nog in een vroeg stadium bevindt, zijn de resultaten veelbelovend. Als de proeven blijven aantonen dat ze effectief zijn, zou deze techniek een innovatieve oplossing kunnen zijn om vervuilde waterlichamen te reinigen zonder andere levensvormen te schaden of dure schoonmaaktechnologieën te vereisen.
Bovendien overwegen de onderzoekers de mogelijkheid om gemodificeerde insecten te ontwikkelen die in staat zijn om organisch afval dat vervuild is met methylkwik te verwerken. Deze insecten zouden kunnen werken in gecontroleerde faciliteiten, waar het vrijgegeven gas kan worden opgevangen en uit de biosfeer kan worden verwijderd, wat een dubbele oplossing biedt voor het vervuilingsprobleem.